5 Redenen Waarom Een Financieel Plan Belangrijk Is Voor Een Succesvolle Belegging

waarom-is-een-financieel-plan-bij-vermogensbeheer-belangrijk

Voor het afsluiten van een hypotheek of het regelen van je pensioen is het gebruikelijk om je vooraf goed te laten voorlichten door een financieel adviseur. Maar als particuliere belegger kun je tegenwoordig je vermogen eenvoudig laten beleggen door een vermogensbeheerder met een paar klikken op de knop.

Dit heeft als gevolg dat vermogende particulieren vooraf niet altijd goed nadenken wat hun doel is.

Kom erachter wat belangrijk is om een goed rendement te behalen op je vermogen en doe de vermogensbeheerscan.

In deze aflevering leer je:

  • 5 redenen geven waarom een financieel plan van toegevoegde waarde is voordat je gaat beleggen;
  • Wat staat er omschreven in een goed en degelijk financieel plan;
  • Hoe groot is de kans dat je een succesvolle belegger wordt als je een financieel plan hebt opgesteld;
  • Wat zijn de 3 belangrijkste basisregels bij beleggen voor het succesvol laten renderen van je vermogen?
  • De toegevoegde waarde van een adviseur ligt tussen de 1,5 en 3%;
  • Belangrijkste inzicht dat William van der Maas heeft gekregen tijdens zijn werkzame leven.

Genoemde links in deze aflevering:

Transcript VUVB podcastshow aflevering nummer 12: 5 Redenen Waarom Een Financieel Plan Belangrijk Is Voor Een Succesvolle Belegging

Dit is de vuvb podcastshow met Maurice Flinterman aflevering nummer 12.

Welkom bij de VUVB podcastshow, waarin je luistert naar experts die je voorzien van de beste informatie, tips en tricks om het rendement op je vermogen te optimaliseren.

Vandaag gaan wij in gesprek met William van der Maas. William is belast met de algemene leiding van IVV Vermogensbeheer en werkt met veel plezier samen met zijn klanten. Hij zit al sinds 1993 in het vak, en twee van zijn trotste zakelijke momenten zijn de titel van Financieel Planner van het Jaar en winnaar van de Gouden Stier Award voor beste vermogensbeheerder in 2012. Hij is de financiële privéchauffeur van zijn klanten, en daarom gaan wij het vandaag ook hebben over de toegevoegde waarde van een financieel plan, en waarom jou dit als klant extra rendement kan opleveren. Ik wens je veel luisterplezier!

Wat is een financieel plan?

Maurice:

Vandaag gaan wij in gesprek met Willian van der Maas van IVV Vermogensbeheer, en gaan wij het hebben over een aantal redenen waarom een financieel plan essentieel is voor het succesvol laten renderen van je vermogen. Want tegenwoordig is het voor het afsluiten van een hypotheek of het regelen van je pensioen in dit tijdperk al gebruikelijk om je vooraf goed te laten voorlichten door een financieel adviseur of een financieel planner. Als particuliere belegger kun je tegenwoordig je vermogen eenvoudig laten beleggen of beheren door een vermogensbeheerder met simpelweg een paar klikken op de knop. Maar particuliere beleggers zien niet altijd het voordeel van een uitgebreide inventarisatie als ze bij een vermogensbeheerder starten. Dat herken jij waarschijnlijk wel, William?

William:

Wij komen dat wel eens tegen, ja.

Maurice:

Kun jij misschien in eerste instantie uitleggen wat jij onder een financieel plan/beleggingsplan verstaat, als een klant bij jullie start in vermogensbeheer?

William:

Ja, ik zal je meenemen in hoe dat proces in zijn werk gaat. Er zijn talloze redenen om goed voorbereid te gaan beleggen. Dat is duidelijk! Ik zeg wel eens: Een financieel plan is waardeloos, maar het financiële planningsproces is onmisbaar. Omdat door de financiële gegevens van een gezin te ordenen, met alle ins en outs, van de spaarrekening tot aan de hypotheek tot (bij wijze van spreken) het testament aan toe, kun je daar ontzettend veel inzicht en overzicht in krijgen. En waar een financieel planner nu voor getraind en voor opgeleid is, is om uit dat financiële inzicht alle integrale kruisverbanden boven water te krijgen. Als je die kruisverbanden boven water krijgt, dan kun je bepalen of je je vermogen fiscaal beter moet organiseren om niet te zwaar belast te worden voor de inkomstenbelasting, of andere belastingen op je rendement. En het meest krachtige van beleggen met een financieel planningsproces is dat je dat proces doorgaand blijft monitoren. Het is net als met vermogensbeheer: Je bouwt niet één keer een portefeuille en je kijkt er nooit meer naar. Die portefeuille is aan veranderingen op de markt onderhevig. Zo is dat met fiscale en financiële zaken, met carrières, met studerende kinderen of uit huis gaande kinderen, of mensen die gaan verhuizen, er gebeurt zó veel in een gezin, dat is niet een soort “eenmalige start en dan kijk ik er nooit meer naar”-situatie. Ik denk dat het integreren van een lange-termijn-planningsproces (zoals wij dat dan noemen) met lange termijn beleggingsbeheer, dat het uitermate efficiënt samen kan gaan.

De bouwstenen van een goed financieel plan

Maurice:

Ja, want jij bent zelf financieel planner, en je bent ook in 2012 financieel planner van het jaar geworden. Dus jij hebt daar best wel veel ervaring mee. Een financieel planner kost nu eenmaal geld, maar hoeveel klanten starten bij jullie die nog geen financieel plan hebben?

William:                                                                                        

Bijna alle klanten. Ik denk dat van de honderd klanten er misschien één of twee met een financieel plan komen, omdat ze dan aanbevolen zijn door een collega-financieel planner. Die zegt van: Joh, hier hebben wij een situatie en nu moet er rendement gemaakt worden! Het mooie ervan is: Als je een goede collega hebt, dan hoef je zijn plan eigenlijk niet meer over te doen, daar kun je gewoon op voortborduren, omdat je allemaal van een bepaald gecertificeerd niveau bent. Maar negen van de tien keer komen de mensen bij ons binnen zonder plan, met een vaag doel, en het is dan aan ons om te zeggen: Vertel mij nu eens, wat is er voor jullie nu belangrijk aan geld en aan vermogen? Wat zijn jullie normen en waarden rondom geld? Wat zijn doelen waar geld en planning voor nodig is om te bereiken? En waar sta je vandaag? Want als je weet waar je naartoe wilt, dan moet je ook wel weten waar je vandaag staat. En dat zijn de bouwstenen van een goed planningsproces, dat je die zaken beetpakt en ermee aan de slag gaat.

Wat moet er minimaal in een financieel plan staan?

Maurice:

Als je dan kijkt naar een financieel plan – dat klinkt ook best wel omvangrijk. Terwijl er ook best verschil in een financieel  plan zit: je kunt het op een A4 zetten waarin je echt de hoofdlijnen opschrijft. Wat vind jij dat er minimaal in een financieel plan moet staan. Wat zijn de hoofdlijnen waar de luisteraars aan moeten denken?

William:      

Ik denk dat wat het belangrijkste is de uitgangspunten zijn: Waar vertrek ik mee? Dat heb je op twee vlakken: Je financiële vertrekpunt, maar ook het verrekpunt van de normen en waarden en de drijfveren van de klant: Wat is er belangrijk? Waar doen jullie het voor? En wat is daar belangrijk aan? Die twee zaken zijn eigenlijk onmisbaar. Vervolgens kun je allemaal oplossingsrichtingen analyseren en afwegen, en daar kun je de beste uit selecteren. Maar je zult zelf ook begrijpen dat wat er voor de één passend is, voor de andere helemaal niet lekker aanvoelt. Daarom denk ik dat het heel belangrijk is dat je gewoon begrijpt wat voor een klant belangrijk is, dat je zijn normen en waarden-kader kent en daaraan ook je oplossingsrichting kunt toetsen. Als iemand bijvoorbeeld heel erg begaan is met het welzijn van de medemens en de planeet, dan zal hij misschien een heel ander beleggingsbeleid geselecteerd willen hebben dan iemand die daar anders inzit.

Maurice:

Ja, het is dus vrij breed en voor iedereen is dat individueel anders. Met een financieel plan heb je natuurlijk ook een doel waar je naartoe wilt, en het is natuurlijk ook zo dat het jaarlijks kunt wijzigen.

William:                                                                                                  

Het is eigenlijk doorlopend aan wijziging onderhevig.

Vijf redenen waarom een financieel plan waarde toevoegt

Maurice:

Precies. Maar wat ik in mijn introductie ook aangaf: Niet iedereen ziet de toegevoegde waarde van een financieel plan. Want sommige beleggers komen binnen en zeggen: Ja, ik heb geen plan of geen doelstelling, ik wil gewoon rendement halen. En dat is op dat moment dan je doel. Maar goed, als je wat verder doorvraagt dan kom je er vaak achter dat er weldegelijk een doel is. Kun jij vijf redenen aangeven waarom een financieel plan voor jouw klant of voor een vermogende particulier in het algemeen van toegevoegde waarde is als je gaat beleggen?

William:

Ik denk dat het belangrijk is dat als je als vermogensbeheerder start, dat je je klant echt goed kent. Dat wordt ook verankerd in allerlei wetgeving: Het “know you customer”-principe is dat. Als je iemand goed wilt kennen, dan moet je ook snappen: Waar staat hij dan? Het is belangrijk om inzicht te hebben in, bijvoorbeeld, allerlei langlopende verplichtingen die een klant heeft. Want verplichtingen zijn contractueel, en als je daar dus aan bepaalde aflossingsverplichtingen – zoals bijvoorbeeld aan een hypotheek – tekort komt, dan heeft de klant echt een groot probleem. Dus ik denk dat het belangrijk is dat je vanuit het ordenen van de financiële data het inzicht krijgt als professional: Hoe heeft deze gezinssituatie allerlei verplichtingen aangegaan? Vervolgens kun je dan kijken: Kan ik met het beleggen van het geld op de juiste financiële markten ook daadwerkelijk dat doel halen? Want als iemand met honderd euro aankomt en die moet een ton aflossen over twee jaar – dat is een onhaalbare situatie. Dus het toetsen van de haalbaarheid van een beleggingswens, het is onontbeerlijk dat je daarvoor het inzicht hebt waar die klant nu staat. Ik denk dat heel veel gezinnen niet het inzicht hebben waar zij nu precies staan, laat staan waar zij dan naartoe moeten.

Wat dan als derde stap van dat financiële plan heel belangrijk is, is dat je dan dat integrale beeld vertaalt naar een goede asset-allocatie. Een “asset-allocatie” is: Hoeveel geld beleg ik? Bijvoorbeeld in aandelen, of obligaties, of vastgoed, of cash, of in een vakantiewoning. Als je het integrale beeld van een klant voor je ziet: Laten wij zeggen dat iemand een bedrijf heeft en op de balans van die onderneming staat een fabriekshal met een waarde van drie miljoen euro. Is het dan nog noodzakelijk om in een belegginsassets-allocatie een extra stukje vastgoed mee te nemen als die klant als heel zwaar belast is met een groot stuk vastgoed? Want als je het totale integrale beeld van die klant hebt, kun je daar veel rationeler mee omgaan. En als je dan het integrale beeld van die asset-allocatie weet, dan kun je ook zeggen: Hoeveel ga je dan beleggen binnen je BV of binnen je holding? Want daar is de vermogensrendementsheffing anders dan als je belegt in box 3, waar je met de vermogensrendementsheffing te maken hebt. Nou, als je 10 procent in de BV hebt, dan houd je daar netto 6 procent van over – want privé moet je daar 4 procent belasting over betalen. Moet je dat geld dan niet in privé beleggen? Want dan houd je van 10 procent 8,8 procent over. Dus daar is echt heel veel waarde aan toe te voegen als je goed georganiseerd en met veel inzicht belegt. En ten laatste denk ik het doorlopend herhalen van de exercitie: Waar sta ik nu? Waar moet ik naartoe? Is het beleggingstechnisch wel een haalbaar rendement? Of moet ik geld gaan bijsparen? Moet ik winsten gaan reserveren om toch mijn doel te halen? Of moet ik meer risico gaan nemen in mijn portefeuilles?

Het belang van herhaaldelijke inventarisatie

Maurice:

En dan is het ook per vermogensbeheerder erg belangrijk dat er heel goed op – wat jij zegt – wordt ingegaan. Want wat wij ook nog wel eens in de praktijk zien, is dat inventarisatie steeds belangrijker wordt – ook de wetgeving verlangt dat. Alleen denk ik dat bij heel veel beheerders het eerste jaar alles heel goed in kaart wordt gebracht, of redelijk in kaart wordt gebracht, maar het jaar daarop het steeds verder vervaagt. Wat er uiteindelijk voor zorgt dat de klant zijn doel daardoor misschien niet behaalt Hoe zie jij dat in de praktijk? Heb jij het idee dat klanten daar elk jaar mee bezig zijn?

William:

Eigenlijk is dat wel ironisch, want het leuke is dat ik in 1998 voor mijzelf tot de conclusie kwam dat het uitbesteden van het beleggingsgedeelte van de financiële planning een eigen leven ging leiden. De beleggingen werden op een gegeven moment belangrijker dan het plan en het doel van de klant zelf. Dat was de reden dat wij zelfstandig vermogensbeheerder zijn geworden. Want wij wilden eigenlijk die uitvoering zelf gaan doen, om die aansluiting één op één met die planning te laten lopen. Inmiddels is het zo dat wij met het gebruik van moderne technieken in staat zijn om twee, drie keer per jaar, als wij met de klant even zitten met een paar updates die hele planning actueel te houden, doorlopend. En eigenlijk hebben wij bij elk gesprek dat wij met de klant hebben over: Waar staan wij met de portefeuille? Waar staan wij met de lange termijn planning? Gaan wij de doelen nog halen? Wat is er in de gezinssituatie veranderd? En dan heb je eigenlijk met een druk op de knop doorlopend inzicht in je langetermijnplanning, gebaseerd op het beleggingsbeleid dat je daarop voert. En ik denk dat daar een enorme winst op te behalen is voor vermogensbeheerders, en heel veel inzicht, en daarmee ook financiële rust voor heel veel gezinnen.

Een koude kermis vermijden door het beleggingsrisico in te kaderen

Maurice:

Want als je daarnaar kijkt, wat je op dit ogenblik in de markt proeft – althans, dat proef ik – is dat je in de praktijk ziet dat veel mensen op een spaarrekening sparen… dat biedt niet voldoende rendement, dat biedt geen rendement, je spaart eigenlijk achteruit! Dus er zijn mensen die dan maar gaan beleggen omdat ze geen rente krijgen, ook omdat het zo makkelijk is om even een rekening te openen, maar daar dan toch niet zo goed zijn voorgelicht over het risico. Want het risico is natuurlijk van enorm belang, zeker als je belegt voor de lange termijn. En daarin zie je toch dat beleggers die niet goed vooraf geïnformeerd zijn toch van een koude kermis thuiskomen, omdat ze dan na één of twee jaar ineens een ontzettende neerwaartse daling zien. Kijk maar naar 2008, waar een vermogen in een neutraal profiel zo maar tussen de 20 en 30 procent daalde, en dan ook niet voor de lange termijn aan die belegging vast kunnen houden, waardoor uiteindelijk onderaan de streep de belegging geen geld heeft opgeleverd.

Hoe realistisch is het verwachte rendement?

William:

Ik zeg altijd: De beleggingen doen het wel, maar de beleggers doen het niet altijd. Daarmee geef ik eigenlijk aan dat het in- en uitstappen onder druk van een dalende markt of iemand die zijn baan verliest of andere zaken het rendement van de belegger drastisch verlaagt. Toevallig hadden wij daar van de week een studie bijeenkomst over. Wat een belegger mist door het verkeerd timen van de markt in het geval van paniek kan oplopen tot 5 tot 6 procent per jaar op de lange termijn. Wat je leert als je de lange termijn planning één-op-één laat meelopen met je vermogensbeheer is dat je een kader hebt waarin je die portefeuille plaatst. En als je met een klant zit en je zegt: Luister, je portefeuille, stel dat die twintig procent gedaald zou zijn? En je pakt die langetermijnplanning erbij en je ziet dat die klant eigenlijk nog steeds zijn doel kan halen, dan geeft het herkaderen van die tijdelijke daling in zo’n lange termijn plaatje de klant de rust en het vertrouwen om het plan te blijven volgen.

Maurice:

Alhoewel, ik vind ook dat er bij vermogensbeheerders een hele belangrijke taak ligt die zij vaak nu nog niet oppakken. Jij hebt het over “het doel behalen”, en het doel behalen op de lange termijn is natuurlijk de reden waarom beleggers beleggen. Alleen wat je ziet, is dat om een bepaald doel te behalen je een verwacht rendement op aandelen, op obligaties, op vastgoed, et cetera hebt. Maar daar zie je toch ook dat heel veel vermogensbeheerders toch wat spelen, naar mijn idee, met het verwachte rendement. Want je kunt het verwachte rendement voor de toekomst nemen over de afgelopen vijf jaar. Die ligt redelijk hoog. Dan heb je het over vijf, zes procent in een neutraal profiel. Maar de vraag is: Kun je dat naar de toekomst toetrekken? En daar zie je toch dat ook dat er in zo’n plan hele grote verschillen in het verwachte rendement zitten, en dan denkt zo’n klant: Oh, ik heb een neutraal profiel, dus het verwachte rendement van 5,5 procent, dat ga ik makkelijk halen. Maar de vraag is: hoe realistisch is die 5,5 procent? Herken jij dat?

William:

Absoluut. Wat heel belangrijk is, is het doorlopend monitoren van de lange termijn planning: Van welk rendement gaan wij uit? Hebben wij dat ook gemaakt? En is het haalbaar met de beleggingsaanpak die je met de klant hebt afgesproken? En dat is eigenlijk een doorlopende dynamische eenheid. Ik vind: Beleggen zonder plan is een beetje als een café zonder bier.

Maurice:

Waardeloos dus!

William:

Maar je snapt, er zit zoveel toegevoegde waarde in het herkaderen van een daling van je portefeuille in een lange termijn plan waardoor de klant niet uitstapt, het eventueel bijstellen van het verwachte rendement omdat obligaties nul tot één procent opleveren. Moet je dan wat bij gaan sparen? Moet je je doel verlagen? Dat zijn allemaal elementen die zijn niet vast, die zijn dynamisch. En zo zou eigenlijk een beleggingsonderneming zijn klanten ook goed kunnen begeleiden. Althans, dat is de ervaring die wij daar bij hebben. Wij doen dit natuurlijk al heel lang op deze manier en dat is de ervaring die wij daarvan hebben meegenomen.

Wat mag een financieel plan qua tijd en geld kosten?

Maurice:                                                                                                         

En William, als je dat financiële plan dan naar tijd en geld vertaalt? Want het is uiteindelijk kostbaar qua tijd en geld. Het levert je uiteindelijk voldoende op, en dat hangt natuurlijk ook een beetje van de situatie af, maar kun je gemiddeld aangeven wat zo’n financieel plan dan qua tijd en geld mag gaan kosten?

William:

Dat is heel verschillend. Je hebt eenvoudige situaties: Mensen met een eenvoudig inkomen en één of twee bezittingen en een doel dat gehaald dient te worden. Je hebt ook complexe situaties, met een directeur met een holding en meerdere werkmaatschappijen, waar overal diverse bezittingen in versnipperd zijn. Dus dat is lastig van te voren aan te geven. Als ik naar ons eigen intakeproces kijk, daar gebruiken wij eigenlijk gewoon het financiële planningsproces voor: We gaan samen zitten, wij hebben een gesprek over waar je naartoe wilt en wat belangrijk voor je is. In een tweede meeting gaan we zitten om de financiële data te ordenen in de software die wij daarvoor gebruiken. In de derde meeting hebben wij dan een gesprek over een scenario over een lang leven, een kort leven en een rotleven, en hoe je vermogen daar een rol in speelt. Dan heb je eigenlijk al een planning staan, en gaandeweg, door de jaren, ga je dat ‘finetunen’ met experts, zoals een accountant of een fiscalist of een notaris, waarbij je onderdelen aanstipt waarvan je zegt: Joh, het gaat wel goed, maar aan het eind betalen wij wel heel veel erfbelasting – dan gaat een deel van je opgebouwde vermogen weg aan de fiscus – kunnen wij niet een goed testament maken? Nou, dan licht je een notaris in, die dat stukje weer beetpakt. Dus je kunt low-budget starten en onderdelen toevoegen. Je kunt ook zeggen van: Ik laat het één keer tot “i” de puntjes uitzoeken. Dan denk ik dat, als je daar een externe planner voor inhuurt, dat je daar een paar duizend euro voor kwijt bent. Maar onze ervaring is: Ga eerst met elkaar aan de slag, bouw vertrouwen op. Dat inzicht geeft heel veel financiële rust. En ga gaandeweg elementen toevoegen die óf de situatie verstevigen, bijvoorbeeld een goed testament en een goede juridische volmacht kan al heel veel ellendige scenario’s voorkomen, en ga dat dan gaandeweg toevoegen.

Wat de wetenschap over de toegevoegde waarde van een financieel plan zegt

Maurice:

Ik kan mij wel voorstellen dat als iemand dat zo hoort, die heeft zijn geld op een spaarrekening staan, en die denkt ineens: Hé, ik moet een paar duizend euro gaan uitgeven voor een financieel plan – zeker als die nog niet helemaal bekend is met beleggen, dat klinkt dan natuurlijk wel als veel geld. Maar de wetenschap heeft daar ook wat over gezegd. Wat de toegevoegde waarde uiteindelijk per jaar in procenten voor de lange termijn is. Kun je daar wat meer over vertellen?

William:

Daar zijn allemaal onderzoeken naar gedaan. Morningstar heeft daar hele mooie analyses op losgelaten. De toegevoegde waarde van een financieel planner betrokken bij beleggingen kan oplopen tot drie procent per jaar over je vermogen. Als je dat uittelt over 15, 20 of 30 jaar, dan praat je echt over enorme verschillen die je maakt als je goed georganiseerd gaat beleggen.

Wat zijn de drie belangrijkste basisregels bij beleggen op de lange termijn?

Maurice:

Ja, omdat rendement op rendement reken je door en dat kan inderdaad flink oplopen. Helemaal natuurlijk afhankelijk van het bedrag waarmee je belegt.  En jij bent een vermogensbeheerder. Je was daarvoor dus – was, maar bent nog steeds – een financieel planner, als jij al jouw ervaring daarbij gebruikt, wat zijn wat jou betreft de drie belangrijkste basisregels bij het beleggen voor het succesvol laten renderen van je vermogen op die lange termijn?

William:

Drie basisregels? Eerste: Beleg om niet te verliezen. De tweede: Streef naar meer rendement dan op een spaarrekening, en als het past binnen het plaatje en binnen de mogelijkheden, kijk dan of je een rendement kunt nastreven waarbij je je doelen mee kunt halen. Ik heb de pech gehad, of misschien wel het geluk gehad, dat ik twee keer in mijn leven echt verschrikkelijk veel geld verloren heb op de financiële markten. Relatief veel: De eerste keer was ik zestien en heb ik al mijn krantengeld verloren met aandelen, en de tweede keer was ik wat ouder en had ik een deel van een bedrijf gekocht en daar heb ik met speculeren heel veel “geleerd” – lees: “verloren”. Dus ik weet hoe het is om geld te verliezen, en dat ga ik mijn klanten echt niet aandoen. Dus wij beginnen altijd vanuit de situatie: Hoe kunnen wij dit vermogen niet verliezen? Hoe kunnen wij meer rendement dan een spaarrekening halen? En is het dan nog mogelijk om een percent of vijf, zes of zeven op de lange termijn na te streven? En als je die opbouw beetpakt, dan komt het allemaal goed.

Maurice:

En je zegt als eerste punt: Beleg niet om te verliezen. Dat zal iedereen proberen als hij gaat beleggen. Wat bedoel je daar precies mee?

William:

Kijk, wij werken voor gezinnen en voor ondernemers, en niet voor instituten en pensioenfondsen. Dat betekent dat wij niet bezig zijn met het verslaan van de markt of het beter doen dan een bepaalde index. Wij zijn bezig met de langetermijnplanning haalbaar te maken. En daar zijn allerlei instrumenten die je kunt inzetten om je vermogen niet te verliezen. Denk aan obligaties in combinatie met opties, of wat dan ook. Er is meer dan alleen het nastreven van een index. Van die kant bouwen wij dat op, zodat wij er zelf zeker van zijn dat als het misgaat dat we toch de klant niet hoeven te teleurstellen dat hij zijn centjes kwijt is.

Maurice:

Ja, dat is een hele belangrijke basisregel die de klanten verlangen als je je geld stalt bij een vermogensbeheerder, die dat uit handen neemt. Maar goed, dat zegt elke vermogensbeheerder, en wij leren ook in de praktijk dat daar nog hele grote verschillen tussen zitten, in de prestaties die uiteindelijk worden neergezet door een professionele partij.

William:

Ja, maar dat heeft daarmee te maken. De industrie denkt heel anders over beleggen. Die denkt: We gaan de markt verslaan. En als de markt -20 gaat en wij gaan -15, dan heb je het goed gedaan. Ja, zegt een ondernemer tegen mij: Je hebt gewoon geld verloren! Dat is een heel andere denkwijze.

Maurice:

Als je dat van te voren maar goed toelicht, dan zal die klant dat ook begrijpen en vooraf incalculeren, dat is denk ik het belangrijkste, dat je ook als vermogensbeheerder duidelijk aangeeft wat je verliezen kunnen zijn in een bepaalde periode, voordat iemand start.

William:

Verwachtingsmanagement is heel belangrijk.

Williams belangrijkste financiële levensles

Maurice:

En naast jouw krantenwijk en de verkoop van je bedrijf waar je veel geld mee hebt verloren, wat is jouw belangrijkste levensles/inzicht die jij hebt geleerd tijdens jouw werkzame leven die jouw leven destijds volledig op zijn kop heeft gezet, William?

William:

Weet je, op de financiële markten heb je feiten en je hebt een hele hoop bla-bla. Ik denk dat als je je als belegger gewoon richt op de feiten, en een heleboel ruis en televisieshows en media probeert uit te bannen, ik denk dat je dan veel meer rust vindt. Want dat is waar het vaak fout gaat.

Maurice:

Daar ben ik het met je mee eens, alleen blijft het dan toch lastig voor een leek, die geen ervaring heeft met beleggingsinstrumenten – je gaat naar een vermogensbeheerder toe die een goed commercieel, mooi verhaal heeft, hoe ga je daar dan het kaf van het koren scheiden wat jou betreft? Want dat is heel lastig voor een particuliere belegger om dat inzicht te hebben, en als iemand zegt: Wij doen het al jaren, wij hebben er deze resultaten mee behaald, hoe kun jij als particuliere belegger daar dan doorheen prikken?

William:

Ik denk dat als je na het eerste gesprek al buiten staat met een beleggingsvoorstel, dat je al een onderbuikgevoel zou moeten krijgen. Want een goed beleggingsvoorstel kun je alleen maar maken, in mijn ogen, als je een heel goed gesprek hebt gehad: Wie je bent, waar je voor staat, wat je drijfveren zijn, wat je doelen zijn, en wat je huidige positie is. Dus ik denk dat je daar al een heel belangrijk signaal kunt oppikken. En ik denk dat als een belegger gewapend met de vraag aankomt: Leg mij nu eens uit hoe deze portefeuille mij bij mijn doelen gaat brengen, dat je al een heel eind komt.

Maurice:

Ja, het  moet eigenlijk begrijpbaar zijn voor de klant zelf. En dat is de valkuil. Veel professionele partijen die praten in vaktermen, en de klant die zegt dan “ja” maar bedoelt dan vaak “nee”. Dus wees daar gewoon jezelf in, zeg gewoon: Ik begrijp het niet, leg het nog maar eens een keer uit. En als het niet begrijpbaar is, beleg er dan gewoon niet in.

William:

Kijk, een goede professional die kan die vaktermen vermijden. Die moet eigenlijk in Jip en Janneke-taal kunnen uitleggen waarom deze oplossing passend is om zijn doel te gaan halen. En als hij dat niet kan, dan moet je bij jezelf afvragen: Zijn wij een ideale fit? Is dit nu degene die mij de komende twintig jaar gaat begeleiden om mijn doelen te halen? Ik denk dat dat heel belangrijk is.

Wanneer is het tijd om over te stappen?

Maurice:

En dan als laatste vraag voordat wij afsluiten:  Want er zijn klanten die nu denken: Ik heb misschien niet een heel goed financieel plan, maar toch is mijn vermogensbeheerder aan de slag gegaan, en ben ik de afgelopen jaren – want, wat je zegt: Als de beurzen -20 halen, maar als je als vermogensbeheerder -15 hebt gehaald, dan heb je misschien een verlies, maar je hebt het in dat geval beter gedaan dan de markt – op wat voor een moment zou jij aanraden tegen mensen: Oké, dit is een ijkpunt. Als het vanaf hier niet beter wordt, of als het niet goed voelt, wanneer stap je dan over naar een andere partij?

William:

Ik vind dat elke heeft zijn goede en zijn slechte tijden heeft. Er zijn altijd marktomstandigeden waarin een strategie heel goed gedijt en omstandigheden waarin een strategie minder goed tot zijn recht komt. En ik denk dat als je misschien afvraagt  – nou, jullie kunnen daar een rol in spelen, een fiancieel planner kan daar ook een rol in spelen: Dat verlies van die 15 procent, is dat nu onstaan door gewoon een ongunstige tijd voor de strategie die ik gekozen heb? Stel, je kiest voor een Value- of een Small Cap-strategie – er zijn economische omstandigheden waarin die minder goed uit de verf komen. Dan zou ik zeggen: Kijk of je de tijd hebt om dat uit te zingen totdat je het rendement krijgt waar die strategie op doelt. Het kan natuurlijk ook zijn dat een collega de plank volledig mis geslagen heeft wat betreft wat hij dacht dat de klant wilde en wat hij kon bouwen. Dan zou ik er per direct een streep onderzetten.

Maurice:

Ja, daar moet je gewoon heel voorzichtig mee zijn. Want uiteindelijk is het heel erg lastig als je achter gaat lopen op je doelstellingen om het alsnog te gaan behalen, want dan gaat de tijd ook tegen je werken.

William:

Mooi voorbeeld daarvan: Je hebt die hele affaire met die woekerpolissen gehad. Dat waren feitelijk allemaal aandelen, beleggingen in een verzekeringspolis. Nou, we zijn er allemaal overuit dat die verzekeraars iets wat meer kosten in rekening brachten dan dat ze hadden voorspeld. Maar als je gaat kijken dat die hype van het oversluiten van de woekerpolis in 2008-2009 was, op het dieptepunt van de beleggingsmarkt, ik denk dat 99 procent van de oplossingen op een bankspaarrekening terecht zijn gekomen. Nu even als belegger. Laten wij zeggen: In 2009 verkoop ik mijn beleggingen, al dan niet in een polis, en ik ga vervolgens sparen. Wat gebeurt er dan met het herstel van die financiële markten? Nou, die markten gaan weer terug omhoog, maar dat geld staat op een spaarrekening. Dus er zijn heel veel beleggers in verzekeringspolissen geweest die dus door een soort verkeerde timing volledig van aandelen naar volledig sparen zijn verhuist, met behulp van professionele adviseurs. Dan denk ik: Ja, als ik in 2016 die woekerpolissen zou omzetten, dan denk ik dat je een heel stuk rendement teruggewonnen had vanaf 2009, dan dat je dat op die spaarrekening had gehad. Dus ik denk dat je eigenlijk heel logisch moet nadenken wat je doet, en of het verstandig is.

Maurice:

Ja, en dan toch misschien wat theorie erbij pakken. Hoewel veel klanten daar geen zin in hebben, want dat is financieel , en er zijn wel leukere dingen die je kunt bedenken, maar dat je toch wat beter begrijpt wat de basis van het beleggen is. Dat zeg ik ook wel eens tegen mijn klanten: De basis van het beleggen is toch wel heel erg belangrijk omdat je anders in de toekomst gewoon eens een keer de plank mis gaat slaan. Dan kom je weer terug op het financieel plan wat jij al aangaf, en daarbij is het financieel plan leidend, en als je weet dat je tussentijds dalingen of bewegelijkheid gaat hebben, en je weet ongeveer hoeveel dat is, dan ben je er veel beter op voorbereid, waardoor je onderaan de streep over de lange termijn gewoon beter in staat bent om je emoties in bedwang te houden, denk ik.

William:

Zeker, en dat je ook weet dat je die dalingen kunt permiteren. Dat er eigenlijk geen reden is om uit te stappen of om een andere strategie te kiezen of om een andere beheerder te kiezen, als je weet dat je je dat kunt veroorloven.

Maurice:

Leuk! Hartstikke bedankt voor alle informatie William. Ik hoop in ieder geval dat het een stuk duidelijker is geworden. En wellicht tot de volgende podcast.

Bedankt voor het luisteren naar onze podcast met William van der Maas van IVV Vermogensbeheer. Wil jij nou nog meer over de partij te weten komen? Ga dan naar www.vuvb.nl/12 . Heb jij het idee dat jouw beleggingen op dit moment niet zo lekker lopen? Heb jij het idee dat jij ondersteuning kunt gebruiken bij jouw financiële planning? Ga dan naar onze website: www.vuvb.nl/beleggen , laat daar je contactgegevens achter, en wij nemen zo spoedig  contact met je op om een en ander te bespreken. Ik bedank je weer voor het luisteren naar deze podcast en uiteraard tot de volgende keer!


Wat je mogelijk ook interessant vindt is:

De mythe van actief beleggen
{"email":"Email address invalid","url":"Website address invalid","required":"Required field missing"}
>