Provisieverbod vermogensbeheer

AFM: Oók verbod op aanbrengvergoeding

Tussenpersonen die een klant begeleiden bij de keuze voor een vermogensbeheerder mogen van deze beleggingsondernemingen volgend jaar geen vergoeding meer ontvangen.

Veel tussenpersonen blijken hier niet goed op voorbereid. Ze wachten op de uitkomst van een consultatieronde die gisteren is afgerond.

‘Ze moeten op zoek naar een alternatief verdienmodel’, zegt Tim Mortelmans, hoofd toezicht financiële ondernemingen bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM), in een gesprek met Fondsnieuws.

Aanbrengvergoeding

Het gaat om de zogenoemde aanbrengvergoeding, die deel uitmaakt van het algehele provisieverbod bij beleggingsondernemingen. Dit verbod, dat minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën begin dit jaar aankondigde, zal op 1 januari 2014 in werking treden voor nieuwe klanten, terwijl voor bestaande klanten een overgangsperiode van een jaar geldt.

Onder de aanbrengvergoeding verstaat de toezichthouder de provisie die een beleggingsonderneming aan derden verstrekt voor het aanbrengen van nieuwe klanten.

Volgens Mortelmans gaat het in de regel om een ‘relatief hoge’ en doorlopende vergoeding van 0,2 procent per jaar van het ingelegde vermogen. Ter vergelijking: de beheervergoeding die vermogensbeheerders vragen, ligt doorgaans tussen de 1 en 1,5 procent.

Ingewijden zeggen dat de aanbrengvergoeding soms ook direct afgerekend wordt met de tussenpersoon. Het bedrag kan oplopen tot vele duizenden euro’s.

Klantbelang

De aanbrengvergoeding noemt Mortelmans kwalijk omdat de consument vaak denkt dat het advies van de tussenpersoon gratis is, terwijl het dat in feite nooit is. Belangrijker nog is dat de tussenpersoon mogelijk in zijn eigen belang handelt en niet in dat van de klant, door hem aan de vermogensbeheerder te koppelen die hem de hoogste vergoeding betaalt.

Om die schijn van belangenverstrengeling te voorkomen pleit de AFM voor directe beloningen. De klant betaalt dan direct voor de dienstverlening van de tussenpersoon. ‘Daarmee worden de kosten inzichtelijker voor de klant’, zegt Mortelmans.

Bekijk ook de tips over kosten bij vermogensbeheer.

Tussenpersonen

Twee bedrijven die consumenten, stichtingen en ondernemers adviseren bij het vinden van de juiste vermogensbeheerder zijn De Beleggingsassistent en Vergelijk Uw Vermogensbeheerder. Zij zijn voor hun inkomsten niet afhankelijk van de aanbrengvergoeding.

Hun voornaamste kritiek op het verbod is dat de klant er niet veel mee opschiet, omdat de kosten ook nu al transparant gemaakt worden.

Servicevergoeding

‘In de overeenkomst van de klant met de meeste vermogensbeheerders staat nu wat de vergoeding is die wij ontvangen’, zegt Jos van Heese, eigenaar van Vergelijk Uw Vermogensbeheerder. Bij vermogensbeheer gaat het om een percentage van de beheervergoeding, meestal tussen de 0,2 en 0,3 procent, die in het eerste jaar hoger is. Dit betaalt de cliënt aan ons en vanwege onze tussenkomst bedingen we een korting bij de vermogensbeheerder.

‘Bovendien is de klant per saldo niet duurder uit omdat wij met een selecte groep vermogensbeheerders samenwerken, waardoor wij voor de klant ook een korting kunnen bedingen’, vervolgt Van Heese. Hij beschouwt de aanbrengvergoeding overigens meer als een servicevergoeding, omdat de adviseur de relatie tussen de aangebrachte klant en vermogensbeheerder blijft monitoren.

Leadvergoeding

Het betalen van een leadvergoeding door een vermogensbeheerder blijft wel toegestaan zolang aan de Europese ‘inducementregels’ wordt voldaan. Deze vergoeding, die verschillende vergelijkingswebsites zoals Beleggingsmatch.nl en Vermogensbeheer.nl ontvangen als een consument via deze route contact opneemt met een vermogensbeheerder, moet dan eenmalig, marktconform en van alle partijen gelijk zijn.

Toegevoegde waarde

De aanbrengvergoeding is samen met de distributievergoeding en de retourprovisie de belangrijkste vergoeding die vermogensbeheerders ontvangen of betalen, zegt Mortelmans. Door het provisieverbod zullen deze vergoedingen of beloningen binnen afzienbare tijd tot het verleden behoren. Volgens de AFM komt de toegevoegde waarde van vermogensbeheerders zo beter tot uiting.

De distributievergoeding is de provisie die een fondshuis aan een vermogensbeheerder betaalt voor het in het assortiment opnemen van een beleggingsfonds. De retourprovisie is de vergoeding die een broker aan de vermogensbeheerder betaalt voor het plaatsen van een order.

Brokervergunning

Volgens de AFM is ondertussen zo’n 80 procent van de zelfstandige vermogensbeheerders afgestapt van het model waarbij er verdiend wordt op transacties van klanten. Ze laten hun klanten nu de transactiekosten direct afrekenen met de broker.

Het aantal vermogensbeheerders dat sindsdien een brokervergunning heeft aangevraagd is ‘op een hand te tellen’, zegt Mortelmans.

Bron: Fondsnieuws, Auteur: Harm Luttikhedde


Wat je mogelijk ook interessant vindt is:

De mythe van actief beleggen
{"email":"Email address invalid","url":"Website address invalid","required":"Required field missing"}
>