Anti-peildatumarbitrage; hoe werkt dat voor beleggers?

Hoe kun je als particuliere belegger zoveel mogelijk rendement overhouden onder aan de streep. Loont het om te beleggen in obligaties als je de belasting bekijkt op "overige bezittingen" ten opzichte van "spaargeld"? 

In dit artikel wordt dieper ingegaan op het concept van peildatumarbitrage en met wat voor percentages je momenteel wordt belast over je spaarvermogen en jouw beleggingen. 

Er zijn een hoop beleggers die zich afvragen: Is het verstandig om mijn belegde vermogen liquide te maken voor de peildatum van 1 januari 2024? 

De wetgeving bepaalt namelijk hoe de belasting in box 3 wordt geheven voor de jaren 2023 tot en met 2025. In de wet is een clausule tegen peildatumarbitrage opgenomen, aangezien het verminderen van belastingheffing door peildatumarbitrage volgens de wetgever ongewenst is.

Maar wat betekent deze clausule nu eigenlijk? Hoe kun je hier slim op inspelen met jouw vermogen en wat voor concrete gevolgen heeft het voor jou? 

De Overbruggingswetgeving ziet er zo uit

De tijdelijke regeling 'Box 3 Overgangswet' dient als een tussen oplossing voor de belastingheffing op vermogen tot de introductie van een nieuw belastingsysteem in 2026.

Dit systeem zal belastingen heffen gebaseerd op het werkelijke rendement. 

Deze tijdelijke regeling, deelt vermogen op in drie categorieën:

  1. spaartegoeden, 
  2. andere activa
  3. schulden. 

Dit is vrij simpel. 

Elk van deze bovenstaande categorieën wordt belast met een eigen vastgesteld rendementspercentage.

 
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
Spaargeld
0,25%
0,12%
0,08%
0,04%
0,01%
0,1%
0,36%
Overige bezittingen
5,39%
5,38%
5,59%
5,28%
5,69%
5,53%
6,17%
Schulden
3,43%
3,20%
3,00%
2,74%
2,46%
2,46%
2,57%

Zoals je al is opgevallen betaal je op spaargeld minder belasting dan als je bijvoorbeeld belegt. 

Is het in dit geval dan niet interessanter om je vermogen liquide aan te houden in plaats van het te beleggen in bijvoorbeeld obligaties rondom de peildatum van 1 januari?

Want als je momenteel belegt in bijvoorbeeld staatobligaties en je haalt een rendement dat lager is dan 3% wat je op sommige spaarrekening krijgt, is het dan überhaupt wel zinvol als je de belasting van 6,17% meerekent? 

En is dit wel volgens de wetgever wel volledig de bedoeling dat je je vermogen voor de peildatum liquide maakt?

Schuiven van "overige bezittingen" naar "spaargeld"

Belastingtechnisch kan het voordelig zijn om net voor de peildatum beleggingen zoals aandelen (die vallen onder 'overige bezittingen' met een forfaitair rendementspercentage van 6,17%) te verkopen.

Op de peildatum heb je dan officieel meer spaargeld (wat lager belast wordt) en minder aandelen (wat hoger belast wordt).

Hierdoor heb je op de peildatum minder 'overige bezittingen' en meer "spaargeld" (met een lager forfaitair rendementspercentage van 0,36%). Als je de aandelen of obligaties na de peildatum opnieuw koopt, behoud je in feite dezelfde samenstelling van je vermogen, maar vermijd je het hogere rendementspercentage van 6,17% voor 'overige bezittingen'.

Zo betaal je uiteindelijk minder belasting het strookt alleen niet met de gedachte van de belastingdienst.

Maar let op: omdat jouw voornaamste reden hierbij is om zo weinig mogelijk belasting in box 3 te betalen, valt dit onder 'peildatumarbitrage'

Deze praktijk van verkopen en opnieuw kopen rond de peildatum staat bekend als peildatumarbitrage. Maar wat houdt dit precies in en hoe kun je bovenstaande strategie toch zonder mogelijke naheffingen van de fiscus toepassen?

Dit gaan we je uitleggen, want je hebt namelijk te maken met peildatumarbitrage.

Wat is peildatumarbitrage?

De Peildatumarbitrage is simpel.

Het is namelijk een strategie die sommige belastingplichtigen gebruiken om minder belasting te betalen. Dit gebeurt door de samenstelling van hun vermogen aan te passen rond een specifieke datum, bekend als de peildatum, die door de belastingdienst wordt gebruikt om de waarde van het vermogen te bepalen voor de belastingheffing.

Maar hoe zou je dit verschuiven van je vermogen op een legale manier kunnen doen, waar de belastingdienst geen moeite mee heeft?


Een andere manier om peildatumarbitrage toe te passen, is door vlak voor 1 januari banktegoeden te vergroten met een lening. Het fiscale rendement op banktegoeden is namelijk lager dan de rente die men voor de lening mag berekenen (ongeveer 2,3% in 2022). Na de peildatum wordt de schuld afgelost met de banktegoeden, wat ook resulteert in een lagere belastingheffing.

De Peildatumarbitrage Periode

Een mooi scrabble woord, maar zo kun je het wel op de juiste manier aanpakken.

Het kabinet heeft een arbitrageperiode van drie maanden ingesteld.

Deze tijdsspanne is voldoende om niet in conflict te komen met het recht om vrij over eigendom te beschikken, en lang genoeg om de gemiste winst op aandelen te compenseren met het ontvangen belastingvoordeel.

De peildatum moet binnen deze periode vallen, waardoor de arbitrageperiode loopt van 1 oktober tot en met 31 maart. Zolang het maar een minimale periode van 3 maanden bevat voor of vanaf het meetmoment. 

Ondanks dat de Overbruggingswet box 3 pas op 1 januari 2023 van kracht wordt, is de eerste periode al op 1 oktober 2022 van start gegaan.

De Sanctie

Bij overtreding van de anti-peildatumregels neemt men de oorspronkelijke waarde van bezittingen in aanmerking voor box 3-belastingberekening.

Tijdelijke omzetting naar banktegoeden wordt daarbij niet erkend. Dit zorgt voor een correcte heffing over de betreffende vermogensbestanddelen.

Een rekenvoorbeeld met anti-peildatumarbitrage

Stel dat op 31 december 2023 iemand "spaargeld" van € 1.000.000 en "overige bezittingen" ter waarde van € 3.000.000 bezit, met in 2023 een rendementspercentage van 0,36% voor spaartegoeden en 6,17% voor overige bezittingen. Met een belastingtarief van 32% betaalt deze persoon € 1.152 + € 59.232  aan box 3-belasting.

Als dezelfde persoon op 31 december 2023 € 3.000.000 aan overige bezittingen verkoopt en het bedrag aan zijn/haar "spaargeld" toevoegt, betaalt hij/zij in principe slechts € 1.152 + € 3.456, mits hij/zij vóór 1 april 2023 geen andere bezittingen met banktegoeden (terug)koopt.

In 2023, na het verkopen van de € 3.000.000 aan overige bezittingen en dit bedrag toevoegend aan het "spaargeld", zou de belasting dalen tot ongeveer € 4.608. Dit is gebaseerd op het rendementspercentage van 0,36% voor spaartegoeden in 2023.

Als deze persoon op 2 januari 2023 weer voor € 3.000.000 aan overige bezittingen koopt, wordt aan de voorwaarden van de anti-peildatumarbitrageregels voldaan.

Bij het berekenen van de box 3-belasting wordt de omzetting naar banktegoeden voor dit bedrag genegeerd en is ongeveer € 59.232 aan box 3-belasting verschuldigd.

Deze acties worden echter niet genegeerd als er zakelijke overwegingen (geen fiscale) voor waren. Indien de belastingdienst hiernaar vraagt, moet de persoon deze zakelijke overwegingen aantonen.

Hoe de Belastingdienst peildatumarbitrage controleert

Stel je de Belastingdienst voor als een scherpe detective die geen automatische speurtocht uitvoert naar peildatumarbitrage, vanwege de complexiteit ervan.

In jouw belastingaangifte moet jij zelf aangeven of je te maken had met peildatumarbitrage en of zakelijke redenen een rol speelden.

Daarna voert de Belastingdienst een risicogerichte controle uit.

Jij moet bijvoorbeeld bewijzen dat jouw handelingen zakelijk onderbouwd waren. De bewijslast ligt bij jou, maar er zijn geen strikte regels over hoe je dat bewijs moet leveren.

Zelfs als je geen arbitrage meldt, kan de Belastingdienst jouw aangifte nog steeds onder de loep nemen, vooral bij steekproeven waar het veld voor peildatumarbitrage niet is ingevuld.

Denk je dat je te maken hebt met arbitrage in jouw situatie? Wees dan proactief door bijvoorbeeld een voorlopige aanslag voor 2023 aan te vragen of te corrigeren, of door jouw aangifte voor 2023 aan te passen.

Kortom: Peildatumarbitrage als tijdelijke maatregel

De Overbruggingswet box 3 dient als tijdelijke oplossing tot het nieuwe box 3-stelsel met heffingen op basis van werkelijk rendement.

Het kabinet gelooft dat deze aanpak arbitrage voldoende tegengaat.

Als de regeling toch niet krachtig genoeg blijkt, behoudt het kabinet het recht om via een ministeriële regeling extra regels op te leggen.

Let op dat bovenstaande dus alleen geld voor particuliere beleggers en dus niet zozeer voor zakelijke rekeningen.

Beloont beleggen als je op spaargeld minder wordt belast?

De vraag of het voordeliger is om te beleggen wanneer de belasting op spaargeld lager is, hangt af van meerdere factoren.

Over het algemeen kan worden gesteld dat beleggen de potentie heeft om hogere rendementen te genereren dan sparen, zeker in een periode van lage spaarrentes. Echter, recentelijk zijn de spaarrentes gestegen, wat sparen aantrekkelijker kan maken, zeker omdat er tot het maximum van het depositogarantiestelsel geen risico is.

Dit is natuurlijk anders als je boven deze bedragen uitkomt.

Op dit moment blijft beleggen in aandelen interessant, hoewel veel portefeuilles een aanzienlijk deel in obligaties hebben. In sommige gevallen kan het verkopen van obligaties voor een periode van drie maanden voordelig zijn om een lagere belasting te betalen.

Of het na die drie maanden verstandig is om weer in obligaties te herinvesteren, hangt af van je specifieke situatie. Het is cruciaal om je bewust te zijn van zowel de fiscale gevolgen als de risico's en rendementen die elke optie met zich meebrengt.

Neem gerust contact met ons op, zodat we samen de beste strategie voor jouw situatie kunnen bepalen.


Wat je mogelijk ook interessant vindt is:

De mythe van actief beleggen
{"email":"Email address invalid","url":"Website address invalid","required":"Required field missing"}
>