VUVB 011 – Waarom Zou Je Als Belegger ‘Evidenced-Based’ Willen Beleggen?

vuvb-011-waarom-zou-je-als-belegger-evidenced-based-willen-beleggen-wetenschappelijk-beleggen-actief versus passief beleggen - rendement risico en kosten vermogensbeheer

In aflevering 11 van de VUVB podcast gaan we in gesprek met Jan de Vries van De Vries Investment Services. Het gesprek gaat over:

Er zijn in Nederland circa 150 vermogensbeheerders en banken die allemaal op hun eigen manier beleggen en ‘suggereren’ het beste resultaat voor hun klant te behalen. In de praktijk brengt dit grote verschillen met zich mee, als je kijkt naar resultaat, kosten maar ook risico. Waarom Zou Je Als Belegger ‘Evidenced-Based’ Willen Beleggen en wat zegt de wetenschap over lange termijn beleggen.

Kom erachter wat belangrijk is om een goed rendement te behalen op je vermogen en doe de vermogensbeheerscan.

In deze aflevering leer je:

  • Wat is Evidenced-based-beleggen en wat de wetenschap daarover zegt;
  • Belangrijkste uitgangspunt is dat risico en rendement met elkaar verbonden zijn;
  • Waarom spreiding belangrijk is bij beleggen en tijd de grootste vriend van elke belegger;
  • Waarom voorspellingen m.b.t. de markt en bedrijven zinloos zijn volgens Jan de Vries;
  • Waarom een actief beleggingsbeleid volgens Jan onder aan de streep geen beter rendement geeft – over de lange termijn – dan het marktgemiddelde;
  • Waarom ‘outperformance’ bij beleggen volgens Jan niet bestaat en de reden dat ’timing’ van aandelenmarkten geen zin heeft;
  • Wanneer je als belegger het risico in je beleggingsportefeuille naar beneden kunt bijstellen;
  • Wat moet je doen om je beleggingsdoelstelling te behalen?
  • 3 tips als je je vermogen gaat/wilt uitbesteden aan een vermogensbeheerder;
  • Waarom je moet oppassen voor de kracht van marketing en het geloven van mooie verhalen van vermogensbeheerders;
  • De parallel tussen rendement versus kosten en waarom educatie zo belangrijke functie heeft voordat je begint met beleggen;
  • Hoeveel mag vermogensbeheer kosten?
  • Belangrijkste levensles die Jan de Vries op heeft gedaan in zijn werkzame leven;

Genoemde links in deze aflevering:

Transcript VUVB podcastshow aflevering nummer 11: Waarom Zou Je Als Belegger ‘Evidenced-Based’ Willen Beleggen?

Dit is de vuvb podcastshow met Maurice Flinterman aflevering nummer 11.

Welkom bij de VUVB podcastshow, waarin je luistert naar experts die je voorzien van de beste informatie, tips en tricks om het rendement op je vermogen te optimaliseren.

Vandaag gaan wij in gesprek in deze podcast met Jan de Vries van De Vries Investment Services. De Vries is een beleggingsonderneming in Nederland die sinds 2005 al bestaat. Ze zijn begonnen met indexbeleggen, en sind 2012 beleggen ze op basis van de meest moderne wetenschappelijke inzichten. Deze beleggingsfilosofie wordt “Evidence-Based Beleggen” genoemd, en De Vries is de eerste beleggingsonderneming die deze baanbrekende methodiek in Nederland hanteert. In deze aflevering ga je leren waarom je in onrustige tijden, als het heel erg slecht gaat met je beleggingen – dat je absoluut niet moet uitstappen, en leer je de belangrijkste levenslessen van Jan de Vries.

Wat is “Evidence-Based Beleggen”?

Maurice:

We gaan het vandaag over “Wat is nu eigenlijk Evidence-Based Beleggen” hebben. Dat is een onderwerp dat steeds meer aan het licht komt. Want er zijn in Nederland zo’n honderdvijftig vermogensbeheerders en banken die allemaal op hun eigen manier werken, en daarbij suggereren zij dat zij het beste resultaat voor hun klant behalen. Wij weten dat dit in de praktijk grote verschillen met zich meebrengt als je kijkt naar het resultaat, maar ook naar de kosten en ook het risico. Bij De Vries Investment wordt er gezegd dat de manier van beleggen op wetenschappelijke feiten berust, en dan raken er natuurlijk veel mensen geïnteresseerd, omdat de wetenschap daar natuurlijk een hoop over te zeggen heeft.

Wat houdt ‘Evidence Based Beleggen’ in volgens de wetenschap?

Jan:

Om te beginnen, valt er enorm veel te vertellen over hoe de wetenschap over beleggen denkt; dat gaat al vele decennia terug. Wat veel mensen, en ook beleggers niet weten, is dat er ongelofelijk veel onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek is gedaan naar hoe de financiële markten werken – daar zijn Nobelprijzen voor uitgereikt. Waar het op neerkomt, is dat als je al die onderzoeken op de grote stapel legt en je kijkt wat de consensus nu eigenlijk is, dan komen daar een aantal uitgangspunten uit die in de praktijk niet altijd gebruikt of gehanteerd worden. De belangrijkste uitgangspunten zijn dat de financiële markten beleggers door de tijd heen belonen met rendement, dat risico en rendement met elkaar verbonden zijn, dat spreiding essentieel is, hoe je een portefeuille opbouwt, en met name aan welke factoren je een portefeuille blootstelt (wat feitelijk de karakteristieken van het risico van het rendement bepaalt), dat de tijd veruit de beste vriend van de belegger is, en dat koersen op de korte termijn totaal onvoorspelbaar zijn.

Maurice:

Dat is natuurlijk wat je de laatste tijd veel ziet – zeker als je het nieuws volgt – want er zijn een aantal onderwerpen zoals Brexit, maar nu ook de verkiezingen in Amerika – we zitten natuurlijk in oktober 2016 – dat beleggers zich toch afvragen: Gaat mijn vermogensbeheerder hier nu op inspelen of niet? Want het is natuurlijk zo dat de aanpak bij vermogensbeheerders per beheerder verschilt, en de ene beheerder zegt: Nou, we gaan het beste bedrijf selecteren dat het in de toekomst goed zal doen, daar gaan wij rendement mee halen, of we gaan bijvoorbeeld in- en uitstappen in bepaalde marktsegmenten, of we gaan pogingen doen om laag te kopen en hoog te verkopen. Hoe zit dat wat jou betreft?

Wat zegt de wetenschap over timing bij vermogensbeheer?

Jan:

Het grote probleem is dat de wetenschap zegt dat alle verwachtingen van alle marktparticipanten in de koers zitten verwerkt, dat heet de “Efficiënte Markthypothese”. Je moet je voorstellen dat er miljoenen beleggers actief zijn op de financiële markten. Het merendeel daarvan is hoogopgeleid, heeft enorm veel ervaring en zijn feitelijk in concurrentie met elkaar om te proberen om in te schatten wat de economie gaat doen of ondernemingen gaan doen, en dat leidt tot een hele efficiënte en correcte prijs op basis van de informatie die iedereen heeft. Die hypothese (die is trouwens ontdekt door Eugene Fama – heeft daar in 2013 de Nobelprijs voor heeft ontvangen) zegt dus eigenlijk dat omdat alle informatie in de koers zit, het zinloos is om te voorspellen of de markt wel of niet gelijk heeft. Dat betekent dat als wij denken dat… laten wij de Amerikaanse verkiezing als voorbeeld nemen: De markt heeft een bepaalde consensus, en pas op het moment dat er nieuw nieuws naar buiten komt, waardoor de consensus af gaat wijken van de meest recente consensus, dan past de koers zich aan. Het grote probleem is dat toekomstig nieuws per definitie niet te voorspellen is. Dat zie je ook terug in de geschiedenis: De Brexit die totaal onverwacht kwam … Dan zie je een reactie van de markten, en het is zinloos om te proberen om slimmer te zijn dan al die miljoenen beleggers die actief zijn op de financiële markten. De illusie om het al te denken, vinden wij niet erg verstandig. Ik vergelijk het wel eens met tennissen, en als ik dan tegenover Roger Federer zou komen te staan en ik zou denken dat ik een kans heb. Ik ben gewoon kansloos, en dat geldt ook voor beleggers.

Maurice:

Want er zijn natuurlijk wel beleggers of vermogensbeheerders die dat wel proberen, maar het is jullie visie dat je eigenlijk – ook als je alles van het bedrijf weet, en als je alle onderzoeken en jaarcijfers van het bedrijf tot je neemt – nog steeds niet kunt bepalen of het bedrijf op de lange termijn het beter gaat doen?

Jan:

Dat is inderdaad juist. Je moet je voorstellen dat al die miljoenen beleggers ook een mening over het bedrijf hebben. De centrale vraag die je je als belegger dus moet stellen is: Beschik ik over informatie die de markt niet heeft? Daar is elk onderzoek heel duidelijk in: dat bestaat niet. Het is een utopie om dat überhaupt te denken, dus dat werkt niet. Je kunt de jaarverslagen lezen, maar waar het uiteindelijk om gaat, is wat de Efficiënte Markthypothese voorschrijft: Wat voor nieuws gaat er in de markt komen dat die koerst gaat beïnvloeden? En toekomstig nieuws is onvoorspelbaar.

Maurice:

Maar er zijn natuurlijk ook partijen die zeggen dat stel, je gaat honderd bedrijven volgen. Daar zitten een aantal goede en een aantal slechte tussen. Is het dan niet mogelijk om van die honderd een selectie te maken van bedrijven die het over de lange termijn beter gaan doen dan de rest?

Zijn vermogensbeheerders in staat om de pareltjes uit de markt te selecteren?

Jan:             

Je kunt er wel een inschatting van maken, maar dan ga je kijken naar de karakteristieken van een bedrijf. Onderzoek toont ook aan dat als een onderneming aan bepaalde factoren voldoet er een andere rendementsverwachting aan kleeft. Maar het is niet zo dat je van te voren kunt bepalen of een bepaalde onderneming beter of slechter gaat presteren dan het marktgemiddelde. Het grote probleem is dat heel veel beleggers denken dat dat wél mogelijk is. Maar goed, dat is ook wat Evidence-Based Beleggen voorschrijft, dat als je gewoon puur naar het bewijs kijkt – wat al die onderzoeken op een rijtje zetten – dan blijkt dat juist het tegenovergestelde bewezen wordt: Markten zijn niet te voorspellen, want als dat wel zo zou zijn dan zou je mogen verwachten dat de beste fondsbeheerders, die over de meest uitgebreide informatiesystemen en researchteams beschikken die alleen maar de bedrijven in de gaten houden, in staat zouden zijn om het met al die kennis en informatie beter te doen dan het marktgemiddelde. Uit alle onderzoeken blijkt juist het tegenovergestelde.

Maurice:

En kun jij daar wat meer over vertellen, wat daar dan precies uit blijkt voor de beleggingen die je kent?

Rendementen van actief beheerde beleggingsfondsen

Jan:                                                                   

Als je kijkt naar de rendementen van actief beheerde beleggingsfondsen, dan zie je dat (als je geen rekening houdt met de kosten) de helft het in een gegeven jaar beter doet en de andere helft het slechter. Gecorrigeerd voor kosten doet ongeveer veertig procent van alle actief beheerde beleggingsfondsen het beter en zestig procent slechter. Naarmate de tijd verstrijkt, wordt het percentage beleggingsfondsen dat het beter doet steeds lager, en dat komt helemaal overeen met wat je op basis van de standaarddeviatie mag verwachten. Uit onderzoek blijkt ook dat als je de rendementen van beleggingsfondsen corrigeert voor de factorallocatie, outperformers helemaal niet blijken te bestaan! Dat is natuurlijk een enorm harde boodschap voor de industrie. Want als je naar het bewijs kijkt dan betekent dat dat jij eigenlijk tegen je klant zou moeten zeggen: Ja, ik kan de koersen helemaal niet voorspellen, en ook niet welke richting de economie opgaat, welk aandeel beter of slechter gaat presteren – dat is een utopie. Wat dat betreft, leven wij in een soort sprookjeswereld.

Maurice:                                                                                                 

Maar dan is het als belegger natuurlijk best lastig: Je hebt je vermogen bij elkaar verdiend en dan wil je het voor de lange termijn gaan beleggen – maar kijk naar 2008 – stel dat je in een neutraal profiel had belegd, dan gaat je portefeuille gewoon 15 tot 30 procent onderuit!

Hoe gaan jullie daar met jullie klanten dan mee om? Hoe kun je dat voorkomen?

Financiële markten in 2008 en de rendementen van aandelenbeurzen

Jan:

Onze klanten zijn ook onderuit gegaan in 2008, en dat is helaas een onderdeel van hoe de financiële markten werken. Als je kijkt naar de rendementen van aandelen, en je bekijkt dat echt op een langere termijn – sinds dat gemeten wordt – dan zie je dat de jaarlijkse bewegingen vaak veel heftiger zijn, zowel in positieve als in negatieve zin, dan beleggers van te voren inschatten. Het komt vaker voor dat aandelenrendementen in een kalenderjaar buiten het min en plus 10-gebied liggen dan daarbinnen, dus dat geeft al aan dat aandelen enorm bewegelijk zijn.  En soms komt er wel eens een heel slecht jaar voor, zoals 2008. Het heeft toen twee jaar geduurd voordat de koersen weer hersteld waren, en het grote probleem is dat dat niet te ondervangen is. Je kunt proberen om zo’n daling voor te zijn door timing en door in- en uit te stappen. Alleen is het onvoorspelbaar, en als je naar de geschiedenis van de financiële markten kijkt, dan zie je dat, als je gewoon rustig de tijd neemt, de financiële markten je belonen met rendement. Het kost alleen soms tijd. Dat is iets dat je als belegger zult moeten accepteren.

Maurice:

En dan als belegger … Je kunt je voorstellen dat als je een aantal jaren een goed rendement hebt behaald het zinvol is om te zeggen:

Nou, ik heb mijn rendement behaald en de kans dat er weer een slecht jaar aankomt is aanwezig – het is onrustig op de markt – dus ik stap er even uit?

Beluister ook onze podcast met Index Capital over marktiming: Waarom in- en uitstappen bij beleggen fataal is voor je vermogen

Is het zinvol om tussentijds in of uit de beurs te stappen met mijn beleggingen

Jan:

Nee, want waar het uiteindelijk om gaat – en dat moet ook altijd het uitgangspunt zijn als je belegger bent – is dat je niet belegt omdat het zo leuk is. Je belegt om een bepaald doel te realiseren. Dat kan een aanvulling op je pensioen zijn, of een aflossing van je hypotheek, of noem maar op. De centrale vraag die je je als belegger moet stellen is: Hoeveel  risico moet ik nemen om die doelstellingen te realiseren? Stel, je hebt een aantal hele goede beursjaren achter de rug, dan kan het zijn dat je met een lager portefeuillerisico je doelstellingen ook zult halen. Dan kun je het risico afbouwen. Maar het kan ook blijken dat je het risico wél nodig hebt om je doelstellingen te halen, en dan is het enorm gevaarlijk om tijdelijk uit de markt te stappen. Je kunt een keer gelijk krijgen, en dan is de volgende vraag: Wanneer moet je weer instappen? Dat is al niet te bepalen, maar je loopt ook het risico dat je ernaast zit. De geschiedenis staat bol van beleggers die moeten beleggen om hun doelstellingen te halen, die besloten hebben om tijdelijk uit te stappen en enorme koersstijgingen in de toekomst gemist hebben, puur omdat ze zijn uitgestapt. En dan is er een veel groter risico dat je je beleggingsdoelstellingen niet haalt, en wij zitten er niet om dat soort risiso’s voor onze klanten te nemen.

Maurice:

Kun je daar wat meer over vertellen, hoe jullie dat bij De Vries Investments voor jullie klanten invullen, want qua emotie moeten die dus echt alles uitschakelen, als ik je goed begrijp, want het kan dus voorkomen dat de portefeuille flink onderuit gaat. Maar jij zegt: Op de lange termijn wordt je voor het risico dat je hebt gelopen beloond in de vorm van rendement?

Bij beleggen word je over de lange termijn beloond voor het risico dat je hebt gelopen in de vorm van rendement

Jan:

Je moet je wel realiseren dat als iemand bij ons belegt en er komt een slechte markt aan, wat dus niet te voorspellen is, dan zal zijn rendement tegenvallen, maar dat geldt voor bij welke partij je ook zit, want het is een utopie dat andere beleggers wel in staat zouden zijn om voortijdig uit te stappen. Dat blijkt ook wel; kijk maar naar wat er in 2008 gebeurd is, daar zijn nauwelijks partijen aanwijsbaar die voortijdig die koersdaling hebben zien aankomen. Waar het om gaat, is dat elke belegger een doelstelling heeft, en je moet eigenlijk berekenen hoeveel risico een belegger moet nemen om zijn doelstelling te behalen. Dat meten wij continu. Dat is ook bepalend voor hoe een allocatie er voor onze klanten uitziet, en daarnaast hoeveel risico hij wil, kan en mag lopen. Dat is het allerbelangrijkste: Wat moet je doen om je beleggingsdoelstelling te halen?

Maurice:

Met allocatie bedoel je de manier van invullen van je belegportefeuille met aandelen en obligaties?

Jan:

Ja, en als je dan weer verder kijkt, dan ga je kijken aan welke factoren je je kapitaal bloot wil stellen. Dat dat zijn factoren als de Value Premium en de Small Cap Premium.

Maurice:

Dan wordt het wel wat technischer natuurlijk, dus daar wil ik niet induiken, want anders wordt het misschien te onduidelijk voor de meeste mensen.  Ik had het er daarnet al even over, er zijn natuurlijk vermogende particulieren die hun vermogen uitbesteden, en dat is natuurlijk een belangrijke en verantwoordelijke taak, omdat ze meestal hun hele leven ontzettend hard voor dit vermogen hebben gewerkt en daar ook afhankelijk van zijn, dus daar rust een ontzettende verantwoordelijkheid op.

Kun jij beleggers drie tips geven waar zij op moeten letten als zij hun vermogen gaan uitbesteden aan een vermogensbeheerder?

3 tips waar je op dient te letten bij het uitbestenden van je vermogen aan een vermogensbeheerder

Jan:

Er zijn heel veel tips waar je als belegger rekening mee moet houden. De eerste is dat je een partij moet zoeken die alles in het werk stelt om alle kosten zo laag mogelijk te houden. Dan bedoel ik niet alleen de advies- of beheerkosten, maar ook de kosten in de fondsen die worden gebruikt. Dan moet je niet alleen kijken naar de beheerskosten van zo’n beleggingsfonds, maar ook naar de transactiekosten, die niet verplicht weergegeven hoeven te worden, zodat je je een inschatting kunt maken van de omloopsnelheid. Je moet een beleggingsfonds selecteren waar niet heel actief wordt gehandeld, omdat uit onderzoek blijkt dat de kans op rendement dan een stuk kleiner wordt. Zoek dus een partij met lage kosten, geen actief beleggingsbeleid – daarmee bedoel ik dat ze niet proberen in te spelen op kansen of dreigingen in de markt, en dat soort argumenten –  en zoek een partij die reële beloftes afgeeft. Sinds ik werkzaam ben in de industrie zie ik dat er zo ontzettend veel sprookjes aan beleggers worden verteld, en dat mondt bijna altijd in teleurstelling uit. De geschiedenis staat bol van teleurgestelde beleggers die dachten eindelijk een partij gevonden te hebben die inderdaad in staat was om koersdalingen vooraf aan te zien komen, en dat soort beloftes. Die blijken in de praktijk nooit te kunnen worden waargemaakt. Als je dan kijkt naar de rendementen van dat soort partijen, dan zie je dat die vaak enorm zijn achtergebleven bij wat de markt aan rendement heeft geboden. Dat zijn de drie belangrijkste tips.

Maurice:

Daar geef je al aan dat je niet de mooie marketingverhalen van vermogensbeheerders moet geloven. Dat is natuurlijk heel lastig voor een particuliere belegger, zeker als je er weinig verstand van hebt en niet helemaal thuis bent in de markt. Zelf merk ik dat ook wel aan tafel, als wij met vermogende particulieren in gesprek gaan, dat de vermogensbeheerders natuurlijk hun vaktermen hebben, en die zeggen heel veel beleggers natuurlijk niet zo heel veel.

Dus hoe prik je daar als leek doorheen? Dat is heel lastig.

Hoe prik je als leek door mooie marketing verhalen van vermogensbeheerders heen?

Jan:

Ja, dat is eigenlijk niet te doen, en dat zie je ook terug in onze sector. Marketing en het vertellen van mooie verhalen spreekt beleggers meer aan dan gewoon de werkelijkheid vertellen. Op het moment dat je zegt dat ik de markt wel kan voorspellen, ik wel weet welke richting de koersen opgaan, dat klinkt voor een belegger veel aangenamer dan een partij die zegt: Ik heb geen idee wat de koersen morgen gaan doen. Dat is inderdaad een groot dilemma. De enige manier is om gewoon objectieve informatie te geven. Wat wij dan doen, is alle resultaten van al die academische onderzoeken laten zien, die eigenlijk precies zeggen wat ik ook zeg: Dat je de koersen niet kunt voorspellen, en dat er een hele sterke relatie is tussen de kosten en het rendement. Ik zeg wel eens tegen klanten: In onze sector is het zo dat hoe meer je als belegger betaalt, hoe minder je krijgt. In andere sectoren is dat juist niet het geval. Dus het is een kwestie van educatie, denk ik.

Maurice:

Ja, dat denk ik zelf ook. Daarbij zou een adviseur een hele grote toegevoegde waarde kunnen hebben om dat voor de klant te filteren. Want er worden inderdaad hele mooie sprookjes verteld, en wat je net al aangeeft dat er natuurlijk vaak met rendement wordt geschermd. Met die rendementen wordt natuurlijk ook “geknoeid” – misschien moet ik dat niet zeggen, want dat klinkt heel negatief – maar de rendementen kun je voor de partij zelf natuurlijk positief laten uitvallen. Daar bedoel ik mee dat je bijvoorbeeld een track record hebt dat kort teruggaat, zodat je een slecht jaar bijvoorbeeld niet meeneemt, of je laat het brutoresultaat zien in plaats van het netto, dus het verschil in kosten die nog van de resultaten af moeten, waardoor het een stuk hoger oogt, of er zijn partijen die een track record laten zien op basis van backtesten, dus dat ze dat rendement niet daadwerkelijk behaald hebben, maar op basis van een projectie van het verleden hebben ze zelf gezegd dat dit het rendement zou zijn geweest als zij op deze manier belegd zouden hebben. Daar is natuurlijk vrij lastig doorheen te prikken als leek.

Ik weet niet of je daar nog tips over hebt, over wat jij in de praktijk ziet?

Wees voorzichtig met backtesten van rendementen

Jan:

Het laatste wat je aangeeft, backtesting, vind ik inderdaad een groot probleem. Want het probleem van strategieën met een backtest is dat je alleen maar een strategie laat zien die het goed gedaan heeft. Ik heb nog nooit een partij gezien die gezegd heeft: Nou, deze strategie werkt niet, dus die gaan wij gebruiken! Het grote probleem is dat er achteraf altijd wel een strategie te bedenken is die het in een bepaalde periode heel goed gedaan heeft.

Dat is op zich wel grappig, want toen ik nog bij een grootbank werkte – een heel kort verhaal, als we daar tijd voor hebben – toen hadden wij eens een technisch analist uitgenodigd. Die liet inderdaad met een backtest zien dat een strategie in een bepaalde periode heel goed gewerkt zou hebben, en die zou je dan moeten volgen. We leefden toen nog in een tijdsperiode dat we dat ook geloofden, en wij gingen dat ook doen voor onze klanten. Nou, dat ging echt faliekant mis: Elke transactie was verliesgevend, want het bleek ineens een ’trading markt’ te zijn in plaats van een ’trending markt’, dus onze klant verloor enorm veel geld. Later kwamen wij die technisch analist weer tegen op een andere seminar. Die ging toen over juist die periode weer een backtest doen, en kwam er met een hele andere strategie uit, die het in die periode wel goed had gedaan. Dat geeft maar aan dat welke periode je ook pakt, er is altijd wel een strategie die over die periode goed heeft gewerkt, alleen is het een illusie om te denken dat die in de toekomst ook succesvol zal zijn. Althans, als dat zo eenvoudig zou zijn dan zou iedereen dat doen – iedereen is op zoek naar de gouden formule, de winnende beleggingsstrategie, en dat is een utopie. Iedereen is op zoek naar dat soort methodes, maar die bestaan niet. Dat is ook niet nodig, want als je gewoon naar de rendementen kijkt van financiële markten, en je laat je niet gek maken, dan wordt je gewoon door de tijd heen beloond. Dat is al sinds we de koersen bijhouden het geval, dus waarom zou je proberen om überhaupt slimmer te zijn dan de markt, als de markt je toch al beloont?

Maurice:                                                                                                         

Dat is een goed punt, en een goed vraagstuk dat menig belegger voor zichzelf zou moeten beantwoorden, aangezien die toch nog te vaak in sprookjes van andere partijen geloven. Maar goed, er zijn ongetwijfeld ook partijen met een verhaal dat ingaat tegen wat jij zegt.

Jan:

O ja, het merendeel zelf.

Maurice:

Als eerste tip gaf je net aan dat je kosten hebt, en die kosten mogen niet te hoog zijn. Dat is natuurlijk ook iets wat nogal variabel kan zijn.

Want hoe hoog zouden de kosten wat jou betreft mogen zijn als je het als belegger uitbesteed aan een vermogensbeheerder?

Hoe hoog mogen kosten zijn voor de dienstverlening vermogensbeheer?

Jan:

Als je puur in percentages denkt, dan denk ik dat dat maximaal tussen de veertig en zestig tot zeventig basispunten mag kosten. Dat is puur de vergoeding voor het bedrijf, en dat vind ik eigenlijk wel het maximum.

Maurice:

Even voor de duidelijkheid, dat is tussen tussen de 0,5 en 0,7 procent.

Jan:

Ja, en hoe lager het is, hoe beter. Dan zit je denk ik wel op het minimum dat momenteel mogelijk is in Nederland.

Maurice:

En dan heb je het over wat een vermogensbeheerder mag kosten, of alle kosten bij elkaar?

Jan:

Dat is een utopie, want als je alle kosten die gepaard gaan met beleggen op een rijtje zet, zowel de kosten die je verplicht moet afgeven als onzichtbare kosten, dan is het soms schrikbarend hoe hoog die zijn! In ons geval proberen wij alle kosten te minimaliseren, maar zelfs al maak je gebruik van de allergoedkoopste fondsen, lager dan 0,8  tot 0,9 procent kom je gewoon niet. Dus dat is gewoon heel lasting. Maar goed, ik zie ook partijen waar de kostenvoet (en dat blijkt ook uit onderzoeken die de AFM heeft gedaan) al snel richting de drie procent op kan lopen, of zelfs daarboven. In mijn optiek ben je dan kansloos als belegger. Ik heb er heel veel moeite mee dat er nog veel financiële instellingen zijn die dat durven te vragen, omdat je dan eigenlijk weet dat je klanten kansloos zijn om hun pensioen op te bouwen, of voldoende vermogen om hun doelstelling te behalen, en dan vind je je eigen gewin dus belangrijker dan je klanten. Daar heb ik heel veel moeite mee.

Maurice:

Ja, dat hebben wij zelf ook. Ik denk ook zelf dat de kosten een heel belangrijk aspect zijn binnen een beleggingsportefeuille, en als je richting de 3 procent gaat, dan heb je gewoon 3 procent minder rendement onderdaan de streep, waardoor je gewoon minder overhoudt.

Des te hoger de kosten bij vermogensbeheer des te minder rendement je overhoudt onder aan de streep

Jan:

Ja, maar heel veel kosten zijn ook totaal niet zichtbaar. En dat is ook het lastige, dat het voor beleggers enorm moeilijk is om een inschatting te hebben van hoe hoog die kosten nu zijn en waar ze zitten. De eerste stappen zijn wel gezet om een aantal kosten verplicht zichtbaar te maken, maar er zijn nog enorm veel kosten niet zichtbaar. Wat dat betreft is er nog wel voldoende te doen.

Maurice:

Daar kun je je als De Vries natuurlijk in onderscheiden, dus daar zijn jullie ook mee bezig. Tot slot, en daar zijn wij altijd naar op zoek:

Jan, als je kijkt naar de belangrijkste levensles of inzicht die jij tijdens jouw werkzame leven hebt geleerd, die jouw leven volledig op zijn kop heeft gezet, wat kun je ons dan vertellen of leren?

Wat is Jan de Vries zijn belangrijkste inzicht tijdens zijn beleggerscarrière

Jan:

Goed, de belangrijkste reden om uiteindelijk voor mijzelf te beginnen was toen ik nog bij, ik zal het maar “een grootbank” noemen, werkte. Ik was toen vermogensbeheerder. Toen bleek uit onze performance-meting dat het rendement van onze klanten enorm achterbleef bij die van de markt. Dus als je een benchmark-analyse maakte, dan bleek het rendement van onze klanten behoorlijk negatief af te wijken. Wat mij heel erg verbaasde, want wij hadden een goed researchinstituut met enorm slimme mensen, die, in mijn optiek, hele verstandige keuzes maakten. Maar dat bleek dus niet te resulteren in een beter rendement, in tegendeel. Dat was voor mij al een hele belangrijke eyeopener, want waarom was dat? Pas later toen ik de opleiding tot beleggingsanalist volgde, werd duidelijk dat je koersen niet kunt voorspellen. Dat is dus eigenlijk de eerste levensles die ik opdeed.

De tweede levensles is van toen ik manager bij een grootbank werd en als leidinggevende opdrachten kreeg om ook voor de beleggingsafdeling de organisatie zo in te richten dat er optimaal geld werd verdiend. Ik heb in de praktijk gezien hoe grootbanken met hun klanten omgingen, en dat varieerde van het benoemen van de verkopen van de week als er weer een emissie was, dan kreeg je heel veel geld als je een bepaald product aan beleggers wist te verkopen, en dan ging je gewoon een weddenschap af met andere adviseurs om zo veel mogelijk te verkopen. Het maakte niet uit of het in de portefeuille paste, het moest gewoon verkocht worden. We deden ook alles om zo veel mogelijk geld te verdienen, dus je selecteerde de beleggingsfondsen met een hele hoge kickback fee, zodat je meer geld kreeg, en de goedkopere varianten, die adviseerde je niet. Als ik daar aan terugdenkt, dat was voor mij eigenlijk de belangrijkste reden om te zeggen: Dit moet echt anders! En dat is de reden dat ik voor mijzelf ben begonnen.

Maurice:

Hoe lang heb je dat gedaan bij de banken?

Jan:

Dat zal een jaar of 15 zijn, denk ik.

Maurice:

Dus best wel lang.

Jan:

Dat klopt. En daar kun je wel een boek over schrijven, hoe banken met hun klanten omgingen. Maar je kunt eigenlijk ook niet anders verwachten. Tegen klanten zeg ik ook wel eens dat als je naar een bank gaat: De bank is meestal eigendom van de aandeelhouders, en aandeelhouders streven naar winstmaximalisatie, en dat is precies het tegenovergestelde belang van wat je als belegger wilt. Want de belegger wil juist kostenminimalisatie, en dat staat haaks op elkaar. Dus hoe je het ook wendt of keert, er zit altijd een dilemma tussen, en het is heel moeilijk om je klant centraal te stellen als de aandeelhouders streven naar winstmaximalisatie. Dat zie je ook terug in het beleggingsbeleid bij een andere grootbank. Als je naar een grootbank kijkt – ik zal de naam niet noemen – en hoe ze het bij een pensioenfonds voor de werknemers zelf hebben geregeld, en dan het jaarverslag bekijkt, dan zie je dat het in het beleggingsbeleid staat dat we de markten niet kunnen voorspellen, je de kosten zo laag mogelijk moet houden, indexbeleggen moet lezen. Maar in het beleid voor hun klanten zeggen ze totaal het tegenovergestelde: Actief beheer en duur; en dat staat haaks op elkaar. Dat betekent dat ze voor hun eigen werknemers een heel goedkoop, passief beleggingsbeleid voeren en voor hun klanten een actief, duur beleggingsbeleid. Ik heb daar niet veel respect voor.

Maurice:

Jan, dan noem je eigenlijk ook wel de kern van het probleem, want je zegt al dat dat bij grootbanken zo werkt, maar aan de andere kant heb je als vermogensbeheerder natuurlijk je eigen onderneming, je bent ondernemer, bij jou moet ook de schoorsteen roken, dus hoe voorkom je dan dat je als vermogensbeheerder uiteindelijk niet voor het eigen winstbejag van je bedrijf gaat, of dat je alleen maar aan je klanten denkt? Die grens ligt natuurlijk voor elke ondernemer ergens anders.

Maar hoe zorg je dat de kosten binnen de juiste perken blijft?

Hoe zorg je voor een juist verdienmodel als vermogensbeheerder waarin je de klant toch voorop stelt

Jan:

Dat noem je een moreel dilemma, en dat kun je je alleen maar realiseren door eigenlijk alles in het werk te stellen om het rendement van je klanten centraal te laten staan. Dat betekent dat je jezelf geen duurde kantoorvilla kan permitteren, geen enorme management fee, en dat soort dingen. Dus dat is een moreel dilemma.

Maurice:

Dat maakt het ook gelijk lastig, dat morele dilemma. Voor elke ondernemer is dat natuurlijk anders, de beloging die zij redelijk vinden, waardoor je dus ook weer die prijsverschillen gaat krijgen.

Jan:

Dat is juist, en heel veel partijen hebben hele hoge kosten, dure kantoorpanden, heel veel personeel, hoge overhead, en de kunst is om dat zo laag mogelijk te laten zijn.

Maurice:

En dat is dan wat jou betreft het nieuwe vermogensbeheer?

Het Nieuwe vermogensbeheer

Jan:

Ja, ik denk dat de beleggingsondernemingen van de toekomst heel efficiënt omgaan met hun eigen kosten. Dat betekent dat ze slim gebruik maken van IT en van de technische mogelijkheden, maar ook niet aan zelfverrijking doen. Zelfverrijking, daar kan ik zo veel voorbeelden van noemen in Nederland: Hoe partijen hun geld verdienen, en hoe de beleggers natuurlijk allemaal de kosten betalen dat dat met zich meebrengt. Het is gewoon een ethisch probleem.

Maurice:

Precies, en dat kun je als klant allemaal voorkomen door je gewoon goed te verdiepen – educatie, wat je net al zei – en te zorgen dat je je aan de drie beleggingstips houdt die je net al aangaf, en wellicht natuurlijk een adviseur inschakelen die je daarbij ondersteunt. Want dan krijg je dat inzicht naar mijn idee wat beter.

Jan:

Ja, ik denk dat het heel goed is als een belegger een derde gebruikt bij het selecteren van partijen, als ze maar heel kritisch zijn.

Maurice:

Jan, hartstikke bedankt voor alle informatie. Er zit weer veel veel bij dat reden geeft tot nadenken bij veel beleggers, denk ik: Veel stof tot nadenken. Dus ik wil je hartelijk bedanken en wellicht tot in de toekomst!

Bedankt voor het luisteren naar onze podcast met Jan de Vries. Wil je nog meer informatie, ga dan naar  www.vuvb.nl/11 . Wil jij weten of jouw vermogensbeheerder goed presteert, of ben je op zoek naar een vermogensbeheerder die goed presteert op rendement, risico en kosten? Wil je weten of jouw vermogensbeheerder het beste met je voor heeft? Ga dan naar www.vuvb.nl/beleggen , laat je naam + telefoonnummer achter, en wij nemen zo spoedig contact met je op. Hartstikke bedankt voor het luisteren en tot de volgende keer!


Wat je mogelijk ook interessant vindt is:

De mythe van actief beleggen
{"email":"Email address invalid","url":"Website address invalid","required":"Required field missing"}
>